Wat gaat goed?

Tijdsduur: 10 minuten

Wat gaat goed?

Met positieve gedachten ontwikkel je meer zelfvertrouwen en een betere stemming. Door te werken aan positieve gedachten en positieve gevoelens zal je leven veranderen. Je weet beter wat je wilt en kan beter omgaan met alledaagse gebeurtenissen.

  • 1 groot A2 vel (bord)
  • 7 pakjes post-its
  • Plakband/Punaises
Ongeveer 10 minuten

Leid de opdracht in met een voorbeeld uit je eigen dag. Door voor te doen (modelling) is het makkelijker voor de leerlingen om zelf kleine dingen te bedenken die goed gaan. Leg uit waarom dit een goed gevoel geeft. Denk met de leerlingen mee (met name de leerlingen die vastlopen), stel vragen over het verloop van hun hun dag. Klein, kleiner, kleinst.

Lesbeschrijving “Wat gaat goed?”

Bedenk drie dingen van de ochtend, middag en avond die ‘goed’ zijn gegaan of goed gaan. Word je hierbij bewust van de kleine dingen zoals:

  • ‘ik was toch maar weer mooi op tijd op school’
  • ‘ik heb een lekkere boterham voor lunch’.
  • ‘de douche was lekker warm’.

Suggestie voor vervolg:
Laat je leerlingen regelmatig aan het eind van de dag of les allemaal drie dingen opschrijven die goed gingen. Laat ze ook bedenken wat hun eigen aandeel hierin was. Verzamel alle briefjes op een WGG(wat gaat goed)-bord aan de muur.