Ik heb al eerder genoemd we bij Junior Campus heel veel aandacht besteden aan het aanleren en inoefenen van de basisvaardigheden van OOL. Dit geldt voor de leerlingen maar ook zeker voor de leerkrachten. Op de scholen waar we de leerkrachten trainen en coachen om straks zelfstandig aan de slag te gaan met OOL doen we vaak dezelfde oefeningen met de leerkrachten als dat we met de leerlingen doen.
We starten onze lessen vaak met een klein en eenvoudig oefeningetje van 5 a 10 minuten. En een van de oefening die we gebruiken is de volgende: Op een voorgedrukt vel staan 30 cirkels. De opdracht:
Vul elk cirkeltje met iets anders. Geen enkele cirkel mag het hetzelfde zijn en je mag zelf weten wat je erin zet. Het mag van alles zijn! En je hebt 3 minuten de tijd!
We vertellen er ook bij waarom we deze opdracht doen. Het lijkt heel simpel, maar waarom is deze simpele oefening zo belangrijk? Ten eerste worden de deelnemers een beetje wakker. Ze moeten nadenken en de opdracht even op ze laten inwerken. Dit hebben ze nog nooit gedaan. En ze moeten hun verbeelding en fantasie gebruiken om elk cirkeltje te vullen met iets anders.
En dan komen de vragen van zowel leerlingen als leerkrachten. Mogen het ook allemaal letters zijn? Mag het alles zijn wat ik bedenk? Moeten het tekeningen of woorden zijn? En ga zo maar door. Leerlingen en leerkracht stellen exact dezelfde vragen.
We antwoorden nooit met ja of nee, maar antwoorden met een wedervraag. Is een A hetzelfde als een B? Wat was de opdracht ook alweer?
Inmiddels is een aantal al begonnen en wordt gelijk duidelijk hoe sommige kinderen in elkaar zitten:
- De perfectionist: heel zorgvuldig en netjes worden de cirkeltjes gevuld.
- De slimme snelle stappen snel thuis: Zet het hele alfabet in de cirkels en vult aan met cijfers.
- De faalangstige: is niet zeker of ie het goed doet en kan daarom geen enkel cirkeltje vullen
- De competitieve: maakt niet uit hoe maar wil als eerste de meeste cirkels gevuld hebben.
- De twijfelaar: blijft vragen stellen of dingen wel of niet mogen
Begin elke maandag in de klas of elke teamvergadering met dit soort oefeningetjes en je zult merken dat het na verloop van tijd beter gaat en er creatievere oplossingen gevonden worden. De volgende maand zal ik een opdracht bespreken die te maken heeft de vaardigheid: Nieuwsgierig zijn en vragen leren stellen
